Rol het croissantdeeg uit op je werkblad. Knijp de naden dicht en druk ze goed aan.

Meng de kaneel door de zachte boter heen en smeer hier het croissantdeeg mee in.

Hierover verdeel je de suiker gelijkmatig. Rol dan het croissantdeeg weer op. Probeer de naad een beetje dicht te knijpen.

Met een scherp mes snijd je de rol deeg in 6 plakjes. Leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat.

Bak de snelle cinnamonrolls in 10-12 minuten op 180 °C (boven- en onderwarmte).

Goed afgedekt zijn de cinnamonrolls 2-3 dagen houdbaar.

Oven voorverwarmen op 150℃.

Bloem, zout en maïzena zeven. Met suiker mengen.

Olie en eiwitten toevoegen en glad roeren.

Beslag verdunnen door 1-2 el water erdoor te roeren.

Op bakpapier met grote tussenruimte 3 lepeltjes beslag leggen en tot cirkel van ca. 10 cm Ø uitstrijken.

Koekjes in midden van oven in ca. 10 minuten lichtbruin bakken. Let op dat ze niet te donker worden.

Elk koekje met spatel van bakplaat nemen en met opgevouwen wensbriefje erin over rand van pan hangen zodat koekje dubbelvouwt.

Koekje zo laten afkoelen.

Kom bekleden met plastic folie.

Snijd de cakerollen in dunne plakken. Bedek de bodem en de zijkanten van de kom met de plakken cake. Druk hier en daar de cake voorzichtig tegen elkaar aan zodat je geen openingen krijgt.

Vul de vorm met 2 of 3 kleuren ijs, laag voor laag. Net zolang tot het gelijk is met de bovenkant van de cakeplakken. Even gladstrijken en de kom afdekken met plastic folie.

In de vriezer zetten.

Zeker een half uur voor gebruik uit de vriezer halen. Bovenste laag folie er af, kom omkeren op mooi schaal en rest van folie er af halen. Garneren met /kaarsjes of parapluutjes.

Tip:

Varieer eens met een andere smaak cake, bijvoorbeeld chocola.

Strooi op de bodem van de cakeplakken eens wat gemalen nootjes.

Snijd het teentje knoflook doormidden en doe de helft samen met de volle melk. De andere helft van het teentje gebruik je om je fonduepan mee in te smeren.

Breng de melk aan de kook en draai het vuur terug. Roer rustig de geraspte kaas erdoor en laat op laag vuur (niet koken)smelten. Zodra het gesmolten is breng je het op smaak met een beetje citroensap, peper en  nootmuskaat. Omdat je hier geen vocht (water) aan toevoegt hoef je deze alcoholvrije variant niet te binden met maïzena.

Zeef het zelfrijzend bakmeel met een snufje zout en de basterdsuiker boven een kom.

Voeg de boter toe en snijd met twee messen in heel kleine stukjes samen met het citroenrasp of doe alle ingrediënten in een keukenmachine met een sikkelmes en laat de machine kort draaien.

Kneed het deeg met de hand snel tot een bal. Laat het deeg, verpakt in plasticfolie ca. 30 minuten rusten in de koelkast.

Steek er met een (kransvormig) uitsteekvormpje kransjes uit en steek met een appelboor een rondje uit het midden van de kransjes.

Bestrijk de koekjes met wat losgeklopt ei en bestrooi ze met geschaafde amandelen en/of greinsuiker.

Leg de koekjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze in het midden van een voorverwarmde oven (175℃) in 15-20 minuten lichtbruin en gaar.

Schep de koekjes met een spatel van de bakplaat en laat ze afkoelen op een werkblad.

Verwarm de oven voor op 180℃.

Leg het brood op een plank en steek met de uitsteekvorm sterren en boompjes uit het midden van de boterhammen.

Snij de plakken kaas in reepjes. Verdeel de uitgestoken sterren en boompjes over een bakplaat.

Versier deze met de repen kaas en bak ca. 10 minuten in het midden van de oven.

Verwarm boter in een koekenpan, leg 2 boterhammen in de koekenpan en bak eerst één kant goudbruin. Keer de boterhammen om en breek vervolgens een ei in de uitgestoken vorm.

Bak het ei gaar en het brood krokant.

Herhaal dit bij de andere 2 boterhammen.

Haal de sterren uit de oven en versier deze met ketchup. Breng de eitjes op smaak met zout en peper.

Garneer met de peterselie.

Halveer de citroen en pers het sap uit in een grote pan. Voeg de witte wijn met het water, uitgeknepen citroen, suiker, kurkuma en de laurier toe en breng aan de kook.

Schil de peren, snijd het kontje recht en zet de peren in de wijn. Zorg ervoor dat de peren volledig onderstaan, leg eventueel een bordje op de peren.

Stoof de peren tegen de kook aan circa 1 uur. Zet het vuur uur uit en laat de peren afkoelen. Bewaar het stoofvocht voor later.

Schenk de rode port in een ovenschaal en zet de afgekoelde witte peren erin.

Zet de ovenschaal circa 8 uur in de koelkast zodat de rode kleur in de peer kan trekken. Er ontstaan hierdoor stoofperen die van onder naar boven rood en geel gekleurd zijn.

Roer de maïzena aan met een beetje water.

Breng het stoofvocht aan de kook en bind af met de maïzena. Doop de peren in het gebonden vocht voor een mooie glans.

Steek boven in de peer een takje munt of een chocolaatje.