België

 

 

Ingrediënten:

500gr bloem, gezeefd

600ml melk

400gr boter, gesmolten

3 eieren

3 extra eiwitten

100gr suiker

Brusselse wafels zonder gist, ca. 12 stuks

 

Neem een kom en doe er de bloem en de eierdooiers in.
Begin met een garde te kloppen en meng er de gesmolten boter onder tot een homogeen mengsel.


Klop in een andere kom de eiwitten en 3 eetlepels suiker met een elektrische mixer met kloppers op volle snelheid. Van zodra het eiwit wit schuimig wordt, voeg je er de overige 3 eetlepels suiker aan toe en blijf verder kloppen tot het eiwit zo stijf is dat je de pot boven je hoofd kan omdraaien.

 

Spatel het vaste eiwit onder het deeg: van zodra het helemaal gemengd is, is het deeg af.
Neem een wafelijzer voor Brusselse wafels en boter het met een borsteltje in.

Schep met een pollepel het beslag in het wafelijzer (1 tot anderhalve pollepel per wafel) en verdeel goed over de plaat.

 

Sluit het wafelijzer en als er deeg uitloopt, weet je dat je de volgende keer iets minder beslag moet opscheppen. (Dus beter de eerste keer teveel zodat je daarna de juiste maat kan inschatten).

Brusselse wafels

Flamische (kaasstaart)

Vlaamse riblappen


Brusselse wafels met bakpoeder, ca. 8 wafels

Ingrediënten:

400gr bloem

400ml melk

100gr boter (of olie)

4 eieren

2el suiker, ca. 30ml

1el bakpoeder, ca. 15gr

½ tl zout

Evt. ½ tl kaneel

Evt. 100ml rum of bier, wordt luchtiger met alcohol, wel minder melk gebruiken

 

Meng bloem, suiker, zout en bakpoeder en evt. kaneel. Meng melk, eieren en boter.


Klop melkmengsel geleidelijk door de bloem tot een glad beslag.


Verwarm het wafelijzer voor.

Giet het beslag in een maatbeker om het beslag makkelijk over het wafelijzer te kunnen gieten.

 

Bak goudbruin in ca. 3 minuten.


Flamische (kaasstaart)

Ingrediënten:

250 gr bloem

8 eieren

50 gr boter + 100 gr boterklontjes

1 dl melk

150 gr kaas + ca. 25 gr extra

Zout & peper

Springvorm

 

Deze Flamische aten ze in de Middeleeuwen in het Belgische Dinant. De naam duidt op de vlammetjes van het houtvuur waarop hij gaar werd.

 

Maak beslag van de bloem, 4 eieren, 50 gram boter en wat zout. Goed doorkneden met de vingers en langzaam de melk toevoegen.

 

Ouderwets 12 uur laten rusten in de beslagkom met een doek erover.

De volgende dag de oven voorverwarmen op 210℃.

 

Het deeg nog even doorkneden voordat je het uitrolt op een met meel bestoven ondergrond.

Bekleed de springvorm met het deeg, strooi er de 150 gram kaas op en 100 gram boterklontjes.

 

Klop nu een omelet met 4 eieren, zout en peper en nog wat kaas en giet het geheel over in de taartbodem. 35 minuten bakken, dan even bij laten komen en meteen warm serveren.


Ingrediënten:

500 gr runderriblappen

Zout & peper

75 gr boter

3 uien, in ringen gesneden

2-3 knoflookteentjes, uitgeperst

1½ el bloem

1 flesje donker bier

1 dl bouillon of water

1½ el azijn

1 el fijne of grove mosterd

1 mespunt suiker

1 stukje foelie of een beetje geraspte nootmuskaat

1 laurierblad

1 kruidenbuiltje

Vlaamse riblappen, 4 personen

 

Dep het vlees droog met keukenpapier. Wrijf de riblappen in met wat zout en peper. Laat ze ca. 10 minuten liggen.

 

Verhit de boter en bak de riblappen snel aan weerszijden bruin.

Neem ze uit de pan en houd ze warm (tussen twee borden).

 

Bak de uien in de bakboter tot ze bruin zien. Roer de knoflook erdoor en strooi er bloem over. Roer alles krachtig door. Voeg, onder voortdurend roeren, het bier toe en blijf roeren tot een licht gebonden saus is verkregen. Roer er daarna bouillon of water door.

Wacht tot alles opnieuw aan de kook is gekomen.

 

Voeg dan azijn, mosterd, suiker, het stukje foelie of de nootmuskaat, het laurierblad en het kruidenbuiltje toe.

 

Leg de riblappen in de saus. Temper de warmtebron. Leg het deksel op de pan en stoof het vlees in ca. 2 uur zachtjes gaar.

 

Verwijder voor het opdienen foelie en laurierblad.

Leg de riblappen op een schaal en schenk de saus, eventueel door een zeef, erover.

 

In Vlaanderen worden de riblappen traditiegetrouw opgediend met gekookte kool en aardappelen.