Streekgerechten

Friesland

Fryske sûkerlatten, 2 stuks

Ingrediënten:

250 gr bloem

125 gr witte basterdsuiker

7½ gr bakpoeder

15 gr boter

50 ml water

½ geklutst ei

1½ gram zout

 

Voor de roze glazuurlaag:

75 gr poedersuiker

½ el citroensap

Mespuntje rode kleurstof, of een ½ el bietensap

½ el water (niet nodig als je bietensap gebruikt)

Een sûkerlatte (suikerlat) is een echt Friese koek met - de naam verraadt het al - lekker veel suiker er in. Ze zijn er zowel met als zonder glazuur er boven op - en allebei heerlijk, al is die met de roze laag natuurlijk wel het lekkerst.

 

Verwarm de oven voor op 180 °C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.

Doe alle ingrediënten voor de sûkerlatten in een kom en kneed het met je handen tot een mooi gladde deegbal.

 

Bestuif je werkblad met een beetje bloem.

Verdeel het deeg in twee even grote stukken. Rol beide stukken met je hand tot een lange worst. Rol elk stuk daarna met een deegroller uit tot twee stukken deeg van ongeveer 7 x 30cm.

 

Gebruik een lange liniaal om de zijkanten mooi recht en de voor- en achterkant mooi rond te krijgen, door de liniaal met de lange kant rechtop op het aanrecht te zetten, en er daarna mee tegen de sûkerlatten aan te tikken.

 

Leg de twee sûkerlatten op de bakplaat en bak ze in ca, 20 minuten licht bruin. Laat ze daarna afkoelen op een rooster.

Als de sûkerlatten helemaal zijn afgekoeld, kun je de glazuurlaag maken. Die moet je er niet op smeren als de sûkerlatten nog warm zijn, want dan druipt het er meteen weer af.

 

Meng de ingrediënten voor de glazuur door elkaar met een lepel. Voeg eventueel nog een drupje extra water toe als de glazuur nog wat te dik is. Smeer de glazuur met een ongekarteld, glad mes op de sûkerlatten en laat de glazuur daarna uitharden.

Friesland:

Fryske sûkerlatte

Roggebrood

Suikerbroodjes

Groningen:

Eierballen

Jan in de zak

Poffert

Limburg:

Riestevlaai

Victoriavlaai

Utrecht:

Vijfschaft

Zeeland:

Zeeuwse bolus

Zuid-Holland:

Haagse Bluf


Fries roggebrood, 1 kilo

Ingrediënten:

1 kg gebroken rogge

40 gr zout

Wat boter of margarine

Naadloze brood- of cakevorm, inh. 2 ltr, ingevet

Oven voorverwarmen op 125℃.

 

Vorm bestrooien met wat gebroken rogge. Rest van rogge met zout en 1 liter water mengen tot soepel beslag.

 

Beslag in vorm doen. Afdekken met aluminiumfolie en in braadslede zetten.

 

Braadslede vullen met kokend water. Brood in midden van oven in ca. 12 uur gaar bakken.

 

Braadslede eventueel tussentijds bijvullen met  kokend water.

 

Na baktijd brood in vorm 1½ uur op taartrooster laten afkoelen. Brood storten en verder laten afkoelen.

 

Tip: soms wordt er ook 1 el keukenstroop aan het deeg toegevoegd.


Friese suikerbroodjes, 8 stuks (kleintjes)

Ingrediënten:

25 gr verse gist of 1 zakje gedroogde gist

1½ dl melk, lauwwarm

500 gr bloem, gezeefd

Zout

125 gr boter

4 el gembersiroop

2 eieren

1 tl gemalen kaneel

¼ tl gemalen kruidnagel

3 el grof gehakte gemberbolletjes

120 gr witte kandijsuiker extra fijn

6 el kristalsuiker

8 éénpersoons broodvormpjes van 10x5 cm

 

Verse gist boven melk verbrokkelen en laten oplossen of gedroogde gist volgens gebruiksaanwijzing behandelen.

 

In kom bloem en mespunt zout mengen en kuiltje in midden maken. Gistoplossing in kuiltje schenken.

 

75 gram boter, gembersiroop en eieren toevoegen en mengen. Ca. 10 minuten kneden tot soepel deeg. Deeg afgedekt met vochtige doek op warme plaats ca. 1 uur laten rijzen.

 

Kaneel, kruidnagel en gemberbolletjes en 80 gram kandijsuiker erdoor kneden.

 

Oven voorverwarmen op 200℃.

 

Broodvormpjes dik met 25 gram boter invetten en met 2 el kristalsuiker bestrooien.

Deeg in 8 gelijke stukken verdelen en elk stuk tot rolletje vormen.

Rolletjes in vormpjes ca. 15 minuten laten narijzen.

 

Bovenkant van deeg met 25 gram boter bestrijken. 40 gram kandijsuiker en 4 el kristalsuiker erover strooien.

 

Suikerbroodjes in midden van oven in ca. 20 minuten gaar en goudbruin bakken.

Broodjes op rooster storten en laten afkoelen.

 

Uiteraard kun je ook gewoon 1 groot brood bakken.


Groningen

Eierballen, ca. 4 stuks

 

 

 

Ingrediënten:

Voor de ragout:

65 gr tarwebloem

1 tl fenegriekpoeder (bij sommige natuurwinkels en online te koop)

1 tl gemalen mosterdzaad

32 gr ongezouten roomboter

250 ml koude groentebouillon

4 middelgrote eieren

 

Voor het paneren:

60 gr bloem

4 eiwitten

50 gr paneermeel

 

Verder nodig:

bloem, om te bestuiven

zonnebloem- of arachideolie, om in te frituren

Een eierbal is een gekookt ei, omhuld met ragout, gepaneerd en daarna gefrituurd.

 

De ragout die voor het maken van een eierbal wordt gebruikt is dikker dan die voor bijvoorbeeld een kroket; je moet de ragout immers om het ei heen kunnen kneden.

 

Ga je zelf eierballen maken? Begin dan wel drie dagen van tevoren, omdat het opstijven tussendoor wat tijd kost.

 

Dag 1: Zeef voor de ragout de bloem in een kom. Voeg het fenegriekpoeder en het gemalen mosterdzaad toe. Smelt de boter in een steelpan. Voeg de bloem, het fenegriekpoeder en gemalen mosterdzaad in één keer toe. Verhit het bloemmengsel al roerend 2-3 minuten op laag vuur.

 

Schenk de groentebouillon erbij, breng aan de kook en roer met een garde. Breng goed op smaak met peper en zout. Laat enkele minuten garen op laag vuur. Roer regelmatig.

Schep de ragout in de ovenschaal, dek af met vershoudfolie en laat 30 minuten afkoelen. Laat 24 uur opstijven in de koelkast.

 

Dag 2: Kook de eieren 5 minuten. Laat de eieren schrikken onder koud stromend water en pel ze. Dep de eieren goed droog met een schone theedoek.

Verdeel de ragout in ca. 4 gelijke porties van circa 80 gram (middelgroot ei) Bestuif je handpalmen met wat bloem. Maak balletjes van de ragout en druk ze plat.

 

Bestuif de eieren en je handpalmen met wat bloem. Leg telkens een plak ragout in een handpalm en vouw deze om het ei heen. Zorg ervoor dat het ei helemaal bedekt en de ragout gelijkmatig verdeeld is. Was na elk ei je handen, dep droog en bestuif met bloem.

Dek de eieren af met vershoudfolie. Laat 24 uur opstijven in de koelkast.

 

Dag 3: Doe de bloem voor het paneren in een diep bord. Klop de eiwitten los in een tweede bord. Doe het paneermeel in een derde bord. Haal de eierballen achtereenvolgens door de bloem, het ei en het paneermeel. Herhaal zodat de eierballen dubbel gepaneerd zijn.

Verhit de olie in een frituurpan tot 170 °C. Frituur de grote eierballen in circa 5,5 minuut.

 

Let op: Normaal frituur je op 180 °C. Frituur eierballen nooit in olie met een temperatuur hoger dan 170 °C, anders wordt het ei vanbinnen niet warm en van buiten te bruin. Gebruik eventueel een keukenthermometer, als je frituurpan niet de exacte temperatuur aangeeft.


Jan in de zak, 6 personen

 

Ingrediënten:

250 gr rozijnen (en/of krenten)

250 gr boekweitmeel

250 gr zelfrijzend bakmeel

Zout

½ ltr melk

1 pot keukenstroop (500 gr)

125 gr boter

Een kleine schone kussensloop

Dik elastiek of touw

Satéprikker

Rozijnen wassen en goed laten uitlekken.

In grote pan ruim water aan de kook brengen. Op bodem van pan omgekeerd bord leggen.

 

In kom boekweitmeel, zelfrijzend bakmeel en zout door elkaar roeren.

Al roerend zoveel melk toevoegen dat glad en vrij dik beslag ontstaat, dat nog net van lepel loopt.

Rozijnen door beslag scheppen.

 

Beslag in één punt van kussensloop scheppen. Gebruik een nieuwe ongewassen kussensloop, dus niet eentje waar de geur van wasmiddel/wasverzachter aan zit.

Sloop veel hoger dan vulling met elastiek of touw dichtbinden, denk eraan dat volume ongeveer verdubbelt.

 

Zak in kokend water leggen en gerecht in ca. 3½ uur gaar laten worden.

Zak regelmatig keren. Als satéprikker er droog uit komt  is de Jan gaar.

Intussen in pannetje stroop met boter en ca. ½ dl water al roerend verwarmen tot mooie saus ontstaat.

 

Zak uit water nemen en even laten uitlekken.

Vulling uit zak nemen en op bord leggen, overtollige water wegschenken en Jan in de zak in plakken snijden.

Plakken over zes borden verdelen en stroopsaus erover schenken.

 

Koolhydraten per persoon 154g


Poffert

Ingrediënten:

2 Jonagold of Goudreinetten

3 eieren

3 el boter

250 gr zelfrijzend bakmeel

Zout

1 dl melk

2 el gembersiroop

2 el paneermeel

2 bekertjes slagroom light à 2 dl

Stukje vanillestokje (5 cm)

3 tl maïzena

1½ el suiker

2 tl kaneel

Poffertvorm of tulbandvorm met deksel, inhoud 1¼ l

 

Groningse appelkoek, ook wel boffert, broeder of trommelkoek genoemd. De poffert wordt meestal warm gegeten met een zoete, romige kaneelsaus. Maar kan ook koud worden gegeten.

 

Appels schillen. In stukjes snijden. Eieren splitsen. Eiwitten stijfkloppen. Boter smelten. Bakmeel met zout zeven. Goed erdoor roeren: dooiers, melk en gembersiroop. Appels en gesmolten boter erdoor roeren.

Voorzichtig eiwit erdoor spatelen.

 

Zoveel water in pan aan de kook brengen dat poffertvorm net niet onder staat.

Poffertvorm invetten. Bestrooien met paneermeel.

Vorm vullen. Deksel erop doen. In pan met water zetten.

 

Poffert ca. 1½ uur zachtjes laten koken. Af en toe pan bijvullen met kokend water.

 

Intussen slagroom aan de kook brengen. Vanillestokje toevoegen. Ca. 15 minuten zachtjes laten koken. Vanillestokje verwijderen.

 

Maïzena vermengen met suiker en kaneel. 1 el koud water toevoegen en tot glad papje roeren.

Al roerende maïzenapapje toevoegen. Blijven roeren tot gebonden saus.

 

Poffert uit pan nemen. Ca. 10 minuten laten staan, dan deksel eraf halen. Nog ca. 10 minuten laten staan.

 

Poffert op bord storten. Kaneelsaus erbij geven.


Limburg

Riestevlaai, 8-10 personen

Ingrediënten:

250 gr bloem

Zout

15 gr verse gist

11 dl (=1,1 ltr) melk

25 gr zachte boter

20 gr witte basterdsuiker

125 gr paprijst (Lassie dessertrijst)

150 gr kristalsuiker

4 zakjes vanillesuiker

2 eieren, gesplitst

Ronde vlaaivorm Ø 24cm, ingevet

Bloem en zout zeven. 1½ dl melk tot lauwwarm verwarmen.

 

Gist in warme melk oplossen. Gistmengsel bij bloem schenken, boter en suiker toevoegen en samen tot een soepel deeg kneden.

 

Deeg in kom leggen, kom met vochtige doek afdekken en deeg op warme plaats 1-1½ uur laten rijzen.

 

Rijst in 9½ dl melk met snufje zout in ca. 1 uur gaar koken. Rijst iets laten afkoelen en daarna 100 gr kristalsuiker en vanillesuiker erdoor roeren.

 

Eidooiers schuimig kloppen en door rijst roeren. Deeg na het rijzen nogmaals doorkneden en uitrollen tot lap van ca. Ø 30cm.

 

Vorm met deeg bekleden en deeg afgedekt no ca. 30 minuten laten rijzen.

 

Oven voorverwarmen op 180℃.

 

Rijstmengsel op deeg scheppen. Eiwitten stijfkloppen met 50 gr kristalsuiker en over vulling verdelen.

 

Vlaai in midden van oven in ca. 50 minuten gaar en goudbruin bakken.


Victoriavlaai

Ingrediënten:

½ pak witbroodmix Koopmans

1dl melk

30gr boter of margarine

½ el citroenrasp

750gr Jonagold appels

1 blik ananasstukjes op siroop (nettogewicht ca. 570gr)

4 eieren

⅛ ltr + ¼ ltr slagroom

100gr suiker

3 el advocaat

90gr geschaafde amandelen

 

Springvorm Ø 22cm

 

Brooddeeg maken van broodmix, melk, boter en citroenrasp volgens gebruiksaanwijzing.

Laten rijzen volgens gebruiksaanwijzing.

 

Springvorm invetten. Deeg nogmaals kneden. Uitdrukken in springvorm.

Afdekken met plastic folie. Nog 15 minuten op warme plaats laten rijzen.

Oven voorverwarmen op 175℃.

 

Appels schillen. In stukjes snijden en klokhuis verwijderen.

Ananas afgieten. Laten uitlekken.

 

1 ei splisten. Door dooier andere 3 eieren, ⅛ ltr slagroom, helft van suiker en advocaat kloppen.

In deeg met vork gaatjes prikken. Appel en ananas erover verdelen.

Eimengsel erover schenken. In midden van oven vlaai in ca. 55 minuten lichtbruin en gaar bakken.

Intussen eiwit loskloppen. Geschaafde amandelen en 3 el suiker erdoor scheppen.

Op bakplaat keukenpapier leggen. Amandelschaafsel mengsel erover verdelen. Vlaai uit oven nemen en koud laten worden.

 

Bakplaat met amandelschaafsel mengsel in nog warme oven schuiven en amandelen in ca. 10 minuten goudbruin roosteren. Laten afkoelen. ¼ ltr slagroom met 1 el suiker stijfkloppen.

Als vlaai koud is uit springvorm halen.

Slagroom erop scheppen en gladstrijken. Bestrooien met gesuikerd amandel mengsel.

 

P.p. kcal 550


Utrecht

Vijfschaft, 4 personen

Ingrediënten:

500 gr panklare hutspotgroenten

450 gr aardappelschijfjes

1 potje bruine bonen (netto 360 gr)

2 tl bouillonpoeder

1 rookworst (225 gr)

2 appels (goudreinetten)

100 gr ontbijtspek in plakjes

Allesbinder

25 gr boter

Zout & peper

 

Hutspotgroenten en aardappelschijfjes in pan leggen. Bruine bonen met vocht erover verdelen.

Bouillonpoeder erover strooien en 2½ dl water erover schenken.

Rookworst er op leggen.

 

Vijfschaft aan de kook brengen en afgedekt ca. 10 minuten zachtjes koken.

 

Appels schillen, klokhuis verwijderen en elke appel in 8 partjes snijden.

 

Rookworst uit pan nemen, appelpartjes door vijfschaft scheppen, rookworst weer toevoegen en gerecht in nog ca. 5 minuten zachtjes gaarkoken.

 

Intussen droge koekenpan plakjes spek knapperig en bruin bakken. Vijfschaft afgieten boven steelpan. Vocht aan de kook brengen en met 1 el allesbinder tot gladde saus binden. Boter erdoor roeren. Op smaak brengen met zout en peper.

 

Vijfschaft overdoen in schaal. Saus erover scheppen. Rookworst in plakjes snijden. Rookworst en spek op vijfschaft leggen.

 

Koolhydraten per persoon 47g


Zeeland

Zeeuwse bolus, ca. 15 stuks

Ingrediënten:

3 dl melk

75 gr boter

1 pak witbroodmix

3 eieren

250 gr bruine basterdsuiker

2 el kaneel

3 el bloem

 

In steelpan met melk, boter laten smelten. Tot lauw laten afkoelen.

 

In kom deeg maken van broodmix, melkmengsel en 1 ei.

Kneden volgens gebruiksaanwijzing. Met plastic folie afdekken.

In warm water deeg in in kom ca. 1 uur laten rijzen.

 

Intussen 2 eieren met 2 el water losroeren. Boven platte schaal basterdsuiker en kaneel zeven.

Bakplaat invetten.

 

Oven voorverwarmen op 175℃.

 

Aanrecht bestuiven met boem. Met deegroller deeg uitrollen tot lap van ca. 30x30 cm van ca. 2cm dikte. Hiervan reepjes snijden van 10x3cm. Elk reepje met handen uitrollen tot rolletjes van ca. 35cm lengte.

 

Eerst door ei en vervolgens door kaneelmengsel rollen. Elk rolletje oprollen tot spiraal.

Op bakplaat in midden van oven in ca. 20 minuten gaarbakken.


Zuid-Holland

Haagse Bluf, 4 personen

Ingrediënten:

1 ei

1 dl ongezoete rode bessensap

50 g suiker

4 Oudhollandse theewafeltjes (of roomijs wafels van bijvoorbeeld AH)

of zelfgebakken galetten

 

 

 

Ei splitsen. (Eidooier voor iets anders gebruiken)

 

In kom doen: eiwit, bessensap en suiker.

Met mixer stijfkloppen.

 

Haagse bluf over schaaltjes verdelen.

 

Wafeltjes erin steken.

 

Direct opdienen, kan inzakken!